Jana Caremans, Arthur Cannarts en Robin Wyffels zijn 16 jaar. Alle 3 zijn ze geselecteerd voor het Europees Jeugd Olympisch Festival (EJOF) in Sarajevo. Daar nemen ze deel in de disciplines: slalom, reuzenslalom en mixed team parallel event. Hun gemeenschappelijke deler: alpineskiën.
Arthur staat op de latten sinds hij 2,5 jaar oud is. “Ik wou ook skiën zoals mijn grote zussen en ben sindsdien niet meer gestopt. Eerst met mijn ouders op vakantie en indoor in Deurne en later in een raceteam outdoor.” Zijn 3e plaats op de internationale wedstrijd, de Super G van Andorra in 2018, beschouwt hij als zijn mooiste prestatie.
Robin was drie toen zijn ouders hem tijdens een familievakantie voor het eerst op de skilatten zetten. Toen hij 6 was belandde hij in een raceteam.
Jana begon met skiën toen ze 4,5 was. Ze traint indoor in Terneuzen (Nederland) op dinsdag en zondag. Gaat ook naar het buitenland, naar Italië, Oostenrijk en Andorra voor trainingen en internationale wedstrijden. “Ik heb ook andere sporten geprobeerd, atletiek, zwemmen, tennis, turnen, ik heb me zelf gewaagd aan ballet … maar geen van deze sporten waren aan mij besteed. Ik ben geen teamspeler, ik vond die sporten ook te saai. Geef mij maar de kou en wat snelheid.”
70 dagen per jaar in het buitenland
Een topsportschool waar jonge beloftevolle skiërs de kans krijgen om op een hoog niveau hun sport te beoefenen en tegelijkertijd hun diploma secundair onderwijs te behalen, bestaat niet in België. Maar onze jonge alpine skiërs hebben het recht om afwezig te zijn op school zodat ze kunnen deelnemen aan stages en/of wedstrijden.
Arthur: “Wij trainen indoor tijdens het schooljaar. Naar het buitenland gaan we tijdens de schoolvakanties of voor internationale wedstrijden en voor stages.
Robin: “Wij zijn zo’n 70 dagen per jaar tijdens de schoolperiode in het buitenland voor trainingen en wedstrijden. We krijgen dan schoolwerk en -taken mee. We houden contact met de school via ‘Smartschool’ en met de kameraden en vrienden via messenger. Het is ook belangrijk om goede afspraken te maken met de leerkrachten, hen goed en op tijd te informeren van je afwezigheid. Toetsen worden achteraf ingehaald, dat lukt vrij goed.”.
EJOF met de ‘O’ van ‘Olympisch’
Arthur: “Ik weet eigenlijk niet goed wat ons te wachten staat. Maar “olympisme” spreekt me wel aan en inspireert me. Ook deel te mogen uitmaken van Team Belgium, de andere atleten te leren kennen, dat vind ik wel cool.” Tot nu toe was het altijd Team met mezelf!”.
Robin: “Dit is de eerste keer dat ik deelneem aan een Olympische competitie. Ik verwacht dat de sfeer anders zal zijn dan op een gewone internationale competitie. Kennismaken met atleten uit andere sporten, dat moet geweldig zijn. En dan ook nog als Team Belgium aantreden, ook dat moet een speciaal gevoel geven.
En wat zijn de ambities ?
Robin: “Ik denk dat ik daar vooral veel ga bijleren, ervaring opdoen en mijn best doen. Ik ga er natuurlijk alles aan doen om op het podium te staan, maar de Oostenrijkers doen ook mee en die zijn heel snel ….”.
Jana: “Ik was al ontzettend blij toen ik vernam dat ik op de longlist (lijst met namen waaruit eerst nog een nadere selectie moet plaatsvinden, tegenstelling: shortlist) stond. Toen mijn papa mij belde om het nieuws te melden dat ik ook nog geselecteerd was, reageerde ik zeer ontroerd, ... ik moest wenen. Het geeft echt zo’n goed gevoel. Ik ben trots dat ik samen met andere atleten mijn land mag gaan verdedigen en dat ik deel uitmaak van Team Belgium. Ik ga zeker alles geven tijdens de wedstrijd en heel hard mijn best doen. Dit is voor de atleten een eerste ervaring met een olympisch evenement. Het is toch wel de droom van vele atleten om ooit op de grote Olympische Spelen te staan. Voor ons jonge atleten is die droom nog ver af. Maar het EJOF is een eerste stap.”
