Logo of Team Belgium

En u dacht dat het in België al best heet was deze zomer? Het is middag in Tokio en de thermometer wijst 35 graden aan. Maar vooral: de vochtige hitte valt als een blok op je hoofd.

Ja, het kan in Japan ook regenen in de zomer. Vorige week, bijvoorbeeld, viel de regen geregeld met bakken uit de zwoele lucht. Maar zodra het even droog is en zonnestralen door het wolkendek priemen, voelt het aan alsof iemand daarboven plots een gigantische warmtelamp inschakelt. Vorige week was het er 35 graden, en ’s nachts nog altijd 25 graden. En was het dat maar: vooral de vochtigheidsgraad in combinatie met de hitte put uit. De gemiddelden in de periode van de Spelen: 33 graden en 75 procent luchtvochtigheid.

Niet die gemiddelden zijn het probleem, wel dat er de laatste jaren serieuze pieken zijn
“Vergeleken met Peking 2008 is het één graad warmer en ligt de vochtigheidsgraad hoger”, zegt inspanningsfysioloog Peter Hespel. Al jaren kunnen atleten terecht in zijn klimaatkamer, in de Bakala Academy in Leuven, om te wennen aan de klimatologische omstandigheden en uit te vissen hoe goed ze wel of niet tegen de warmte kunnen. “Niet die gemiddelden zijn het probleem, wel dat er de laatste jaren serieuze pieken zijn. Zo bedroeg de temperatuur vorig jaar op hetzelfde moment van de Spelen ruim 35 tot zelfs 40 graden.”

Alarmfase rood voor Tokio 2020
Ook in Tokio was het deze zomer alarmfase rood voor Tokio 2020, ook al is de ene zomer de andere niet. Stel dat de extremen uitblijven en de gemiddelden ‘slechts’ boven de 30 graden blijven, dan nog worden het de warmste Spelen ooit.

“Een atleet presteert goed of slecht in de hitte afhankelijk van genetische aanleg, lichaamsbouw – hoe kleiner, hoe sneller oververhit – en conditie – wereldtoppers kunnen normaal gezien beter tegen dehydratatie dan mindere goden”, vertelt Peter Hespel.

“Elke olympiër hoort te weten hoe goed of slecht hij of zij tegen de hitte kan. Wie er niet alles aan doet om zich optimaal voor te bereiden, is onvoldoende professioneel. Je kunt slechts een paar keer deelnemen aan de Spelen.”

De omstandigheden treffen vooral de duursporters
Zo wordt van elke olympiër die dat wil een hitte- en zweetprofiel bepaald. Niet iedereen hoeft langs te komen, de omstandigheden treffen vooral de duursporters: marathonlopers Koen Naert en Bashir Abdi, de hockey­mannen, onze atleten vanaf 800 meter….

“De taekwondoka’s of de basketbalvrouwen, die binnen aan de slag gaan in de airco, moeten zich bijvoorbeeld geen zorgen maken. Ook de Belgian Tornados en andere atleten niet, van de 100m tot de 400m worden de beste prestaties zelfs in temperaturen boven 30 graden geleverd. Vanaf de 800m is het afhankelijk van hoe goed een atleet tegen de hitte kan, en vanaf de 3.000m steeple geldt hoe dan ook: hoe warmer, hoe minder de prestaties.”

Enkele weken acclimatiseren is cruciaal
Onlangs was Peter Hespel te gast op de wielerbond – de wegrenners en de mountain­bikers moeten aan de slag op het middaguur in Tokio. “Voor elke sporter is enkele weken acclimatiseren cruciaal. Maar zij die uit de Ronde van Frankrijk komen, hoeven niet noodzakelijk te acclimatiseren, die zijn al gewend aan de warmte. Voor alle andere atleten organiseert het BOIC voor de OS een basekamp in Mito. ” Lees ook “Wennen aan de Japanse omstandigheden in Mito”

Nadeel voor Belgen
Is topsport wel gezond in zulke omstandigheden? “Dit is nu eenmaal de prijs die we betalen voor de mondialisering van de topsport”, zegt Peter Hespel. “Dan moet je aanvaarden dat er competities worden georganiseerd op locaties die minder geschikt zijn voor ons, Noord-Europeanen.
Mensen die in het hooggebergte leven, zijn bevoordeeld om op hoogte te presteren. Mensen die al generaties in de hitte wonen, zijn bevoordeeld om in de hitte te presteren. Het omgekeerde geldt ook: als Afrikanen bij ons bij tien graden lopen, zijn ze benadeeld. Dat genetische nadeel blijft, maar gelukkig kun je acclimatiseren. Al is er natuurlijk wel een reden waarom de marathon om 6 uur ’s ochtends van start gaat. Start op het middaguur en ze moeten een pak atleten afvoeren.”

Bron
Sportjournalist Hans Jacobs van BOIC-mediapartner Het Nieuwsblad schreef dit relaas vanuit Tokio.
Met de steun van het Marilo Fonds en de Koning Boudewijnstichting