Logo of Team Belgium

Hoe creëer ik een ‘high-performance-cultuur’ in mijn atletengroep? Dat was één van de centrale vragen tijdens het Olympic Coaching Plaform dat plaatsvond op 5 juni in het stadion van RSC Anderlecht. In deze ‘Teams to Tokyo’-editie lieten Belgische topcoaches zich inspireren door hockeybondscoach Shane McLeod en Johan Walem, Belgisch beloftencoach in het voetbal.

In het Belgische hockey worden beloftevolle jongeren al in de nationale jeugdploegen ondergedompeld in een topsportcultuur. Elke coach voegt zijn eigen details toe, maar de principes op en naast het veld blijven dezelfde. Zo ‘bouw’ je spelers op jonge leeftijd, die op hun beurt jongeren vormen wanneer ze in de nationale herenploeg terechtkomen.

Zo’n high-performance-cultuur bouw je dus niet op korte termijn. Het is een lang proces waarin je spelers leert om constant het beste in zichzelf naar boven te halen. En je zelf het goede voorbeeld geeft. “Met de Belgische beloftenploeg hebben we een aantal keer nipt naast een kwalificatie voor een groot toernooi gegrepen,” vertelt Johan Walem. “Dan moet je ook kritisch voor jezelf durven te zijn en daar open met je staf over praten. Dat is niet altijd gemakkelijk.” Intussen zijn de Belgische U21 wel geplaatst voor het EK, waar ze een gooi doen naar een olympisch ticket.

Better people make better Lions

Over wat belangrijk is bij het smeden van een team zijn beide coaches het roerend eens: dezelfde waarden delen. “’Better people make better Lions’ is mijn motto,” zegt Shane McLeod. “Er gaat veel aandacht naar de persoonlijke ontwikkeling van de spelers. We hebben heel wat experten buiten de vaste staf die ons hierbij helpen via advies rond voeding, psychologische begeleiding of zelfs studiebegeleiding. Ik verlies mezelf niet in de enorme hoeveelheid data die tegenwoordig beschikbaar is. Het enige wat ik door gps- en hartslagmonitoring wil weten is ‘is een speler klaar om te spelen?’.”

In het voetbal staan de spelers slechts enkele weken per jaar ter beschikking van de nationale ploeg. Toch trachten Johan Walem en zijn team een hechte groep te smeden met dezelfde waarden. Bijvoorbeeld door het volkslied voortaan a capella te zingen, een idee geleend uit … het hockey. “Op stage liep ik door de gang van het hotel, en ik hoorde alle spelers samen in één kamer het volkslied repeteren. Dat was een speciaal moment,” aldus Johan Walem. Carole Bam, de coach van de Belgian Cheetahs, erkent de kracht van zo’n initiatief. “Het zou heel fijn zijn als wij het volkslied ook op die manier zouden aanleren.”


Olympische droom als motivatie

De droom om ooit op de Olympische Spelen te staan en er te presteren, kan een team een enorme boost te geven. Dat beaamt Koen Umans, de manager van de Belgian Cats: “Met die intrinsieke motivatie kan je werken. Je kan er verantwoordelijkheden aan koppelen, duidelijk maken dat ze hun droom moeten gaan leven. Ons recente bezoek aan Tokyo heeft op dat vlak veel losgemaakt bij de speelsters.”

Tijdens de Olympische Spelen breidt het teamgevoel zich uit naar het volledige Team Belgium. “Tijdens de Spelen ben je niet omringd door diegenen die je steunen wanneer je thuis bent,” besluit Shane McLeod. “Team Belgium kan dat voor een stuk opvangen. Ik herinner me nog heel goed hoe onze spelers gesupporterd hebben als gekken voor Pieter Timmers, en hoe ze daarna samen optrokken in het olympisch dorp. Ook golfer Nicolas Colsaerts ging mee naar onze wedstrijden. Die interactie voegt nog iets extra’s toe aan de beleving van de atleten.”